Inmiddels is het ongeluk waarbij ik een rugwervel brak ruim 4 maanden geleden. Ik heb de afgelopen weken langzaam aan meer kunnen bewegen. Ook ben ik gestart met een zelfbedachte wandeltraining. Steeds een beetje verder lopen, gewoon vanuit huis. Het maximum wat ik nog aankan is een schamele 1500 meter. Maar we zijn nu een weekje aan het relaxen in Zwitserland en omdat het zulk prachtig weer is, en het qua locatie te doen is, wil ik toch ontzettend graag proberen om de etappe van vorig jaar af te maken. Vorig jaar zijn we geëindigd in het bergdorpje Altanca, en vanwege de tijd en de spaarzame bussen daar, zijn we niet verder gelopen naar Deggio. Het was destijds ook erg warm en we waren moe, we hielden het voor gezien.
Ik had berekend dat het ongeveer nog 3 kilometer
zou zijn, van Altanca naar Deggio, en vooral dalend. Voor mij dus een uitdaging.
Mocht het niet lukken, dan was er halverwege nog een bushalte. Let’s go!
En dus namen we de trein en het kleine busje van lijn 116 vanaf het station van Ambrì Piotta naar Altanca. De busjes gaan niet heel frequent, dus van echt vroeg beginnen is geen sprake. Maar wat geeft het, het gaat maar om 3 kilometer. De buschauffeur scheurt ons over de haarspeldbochten omhoog, af en toe luid toeterend om tegenliggers te waarschuwen. Stevig houden we ons vast. Een kwartiertje later staan we om kwart voor één staan we in Altanca bij de wandelpaal. We zitten op 1390 meter hoogte.
Vorig jaar hadden we geen tijd meer om nog een blik te werpen in het kleine witte kerkje dat hier prominent op de heuvel staat, maar nu doen we dat eerst.
Altijd steek ik een kaarsje in kerken op voor iemand die dat op dat moment nodig heeft, nu doe ik dat eens voor mezelf… De kerk is van binnen prachtig, met veel blauw dat je tegemoet knalt. Dan kunnen we echt van start! Over de weg wandelen we Altanca uit. De asfaltweg maakt een bocht en zo krijgen we een prachtig uitzicht over Altanca en ook over de bergen van de Gotthard, sommigen nog met wat sneeuw.
De weg stijgt nog een beetje en dan lopen we over de Cresta di Sopra. Het uitzicht voor ons is ook erg mooi, zo het dal in. Na een paar honderd meter wandelen we het pittoreske dorpje Ronco in. We zijn halverwege en het gaat nog steeds prima! Als een blij ei loop ik heerlijk in de zon, in de bergen, fantastisch.
Ronco is maar klein, maar er staan een paar fraaie karakteristieke huizen, met een betonnen onderkant en veel donker hout. Hier in het dorp gaan we van de hoofdweg af, het gras in. Het pad loopt nu afwisselend door de weide en stukjes bos. Er staan veel distels, wat prachtige vlinders aantrekt. Zo midden op de weide ben ik helemaal in mijn element en ik geniet er enorm van dat ik dit weer kan doen! We passeren een paar boerenschuren en na een paar honderd meter komt het pad opnieuw bij de asfaltweg uit. Nu wandelen we Deggio binnen.
Op een bankje bij de bushalte eten we onze lunchbroodjes en wachten op de bus. Goed getimed, we hoeven niet heel lang te wachten. Het is dezelfde buschauffeur die ons weer naar beneden, naar het station van Ambrì Piotta brengt. Nu stort hij zich samen met ons de berg af, maar we komen gelukkig heelhuids beneden. Het zit erop, 3 kilometer gelopen!! Ik voel mijn rug en ben helemaal kapot, maar ook uiterst blij en tevreden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten